Onderhandelingen CAO Voortgezet Onderwijs
Even een berichtje van het AOB over de stand van zaken met betrekking to de onderhandelingen van de CAO-VO.
Utrecht, 26 mei 2010
Vanaf januari 2010 zijn de gezamenlijke bonden in onderhandeling met de VO-raad over een nieuwe CAO-VO, tot nu toe zonder resultaat. Wat is de stand van zaken en wat is het perspectief?
Moeizaam traject
Al bij de start van de onderhandelingen was duidelijk dat het geen makkelijk traject zou worden, de inzetten van de gezamenlijke bonden enerzijds en de VO-raad anderzijds lagen immers ver uit elkaar. Bovendien ligt er volgens de VO-raad nog een ‘onbetaalde rekening’ van de vorige cao. Vanaf januari is zowel formeel als informeel overleg gevoerd over met name de thema’s werkdruk en loonruimte.
Werkdruk
In de lopende cao was overeengekomen om een enquête te houden over de wijze waarop de leraren in het voortgezet onderwijs vermindering van de werklast geregeld willen zien. Uit de enquête, die in maart 2010 is gehouden, blijkt dat tweederde van de leraren de voorkeur geeft aan het vastleggen van een maximale lessentaak in de cao. Deze uitslag moet het uitgangspunt vormen in de nieuwe cao. Tot nu toe is er echter nog geen overeenstemming over de wijze waarop dit vertaald kan worden in de cao. Daarnaast willen de bonden ook aangescherpte afspraken maken om de werklast onder het ondersteunend personeel te verminderen.
Loonruimte
Op het terrein van de loonruimte stelt de VO-raad zich op het standpunt dat er geen enkele ruimte is voor loonstijging vanwege een achterblijvende bekostiging van de overheid. Als bonden hebben we door een gematigde looneis van 1,25% getoond over realiteitszin te beschikken: na de loonstijging in 2009 (3% en 1% eindejaarsuitkering) zou het VO in 2010 toch tenminste in de pas moeten blijven lopen met de marktsector.
Door de opstelling van de VO-raad en doordat er tot op dit moment geen duidelijkheid is over de beschikbare loonruimte vanuit de overheid, is een resultaat op dit punt tot nu toe uitgebleven.
Hoe nu verder?
Doordat het schooljaar inmiddels bijna ten einde loopt en de werving van nieuw personeel al gestart is, zijn afspraken die ook formatieve consequenties voor het nieuwe schooljaar hebben nauwelijks nog te maken. Daardoor is het helaas niet meer mogelijk voor het komende schooljaar tot een nieuwe aanpak van de werkdruk te komen. Voor leraren zal het trekkingsrecht derhalve nog een jaar gecontinueerd worden. We zullen zo spoedig mogelijk de gesprekken over de werklast hervatten om in ieder geval voor het schooljaar 2011-2012 tijdig een afspraak hierover te kunnen maken conform de uitslag van de enquête. Voor ondersteunend personeel moet direct al scherper worden toegezien op uitvoering van de bestaande cao bepaling die zegt dat de werkdruk via gesprekken met elke individuele medewerker moet worden aangepakt.
Voor wat betreft de loonruimte hebben we als Centrales in het onderwijs (voor alle sectoren) een open brief naar de betrokken ministers in het kabinet gestuurd met een oproep om de in de Tweede Kamer aangenomen motie van GroenLinks uit te voeren waarin handhaving van het referentiemodel (koppeling salarissen publieke sector aan de marktsector) wordt gevraagd. Dat betekent: nu geld voor loonruimte ter beschikking te stellen. Het antwoord van het kabinet is dat daarover duidelijkheid zal worden gegeven in de Voorjaarsnota.
Maar daarmee is de kous niet af. De VO-raad kan en mag zich niet simpelweg verschuilen achter de overheid. Het is immers de VO-raad die in plaats van de minister zelf wilde onderhandelen over de lonen. En het is ook de VO-raad die met de minister overlegt over de bekostiging. Daarom is het nu ook de verantwoordelijkheid van diezelfde VO-raad om te zorgen voor voldoende onderhandelingsruimte. Zodat het personeel in het voortgezet onderwijs niet opnieuw op een achterstand wordt gezet!
Tenslotte
De onderhandelingen zijn nog niet afgebroken maar de tijd begint te dringen. De cao loopt af op 31 juli 2010 en we willen zo snel mogelijk een cao sluiten met daarin in ieder geval een loonafspraak. We zullen de druk op de werkgevers moeten opvoeren en indien nodig zullen we daarbij ook zeker uw steun vragen.